Vitamines, mineralen en spoorelementen

Vitamines en mineralen zijn belangrijk voor onze gezondheid. Weet jij welke vitamines en mineralen er zijn, waar ze goed voor zijn en in welke voeding ze zitten? 

Vitamines

Vitamines zijn chemische verbindingen die onmisbaar zijn voor een goed functionerend lichaam. Vitamines komen van nature voor in voeding. Het lichaam maakt ze niet of onvoldoende zelf. Vitamines leveren geen energie. Het woord "vitamine" is een combinatie van het Latijnse vita (leven) en amine (stikstofbevattende verbinding, organisch chemische verbinding). Lang niet alle vitamines blijken stikstof te bevatten, maar wij gebruiken het woord nog steeds omdat de naam algemeen bekend is. Vitamines zijn organisiche stoffen dus ze worden gemaakt door planten, dieren en voor een klein deel door mensen zelf. Er zijn vele onderzoeken gedaan naar de rol van vitamines met betrekking tot gezondheid en het voorkomen van (chronische) ziektes. Ons lichaam heeft een kleine voorraad van de meeste vitamines. Een tekort treedt dan ook niet van de ene op de andere dag op. 

Er zijn in totaal 13 verschillende vitamines:

Vetoplosbare vitamines

• vitamine A
• vitamine D
• vitamine E
• vitamine K

Wateroplosbare vitamines

• vitamine B1
• vitamine B2
• vitamine B3
• vitamine B5
• vitamine B6
• vitamine B8
• vitamine B11 (foliumzuur / folaat)
• vitamine B12
• vitamine C

De vetoplosbare vitamines zitten voornamelijk in het vet van voedingsmiddelen. Deze vitamines kunnen in de weefsels van het lichaam worden opgeslagen.

De wateroplosbare vitamines zitten in het vocht van de voedingsmiddelen. Behalve vitamine B12 kunnen wateroplosbare vitamines niet diep in het lichaam worden opgeslagen.

Mineralen

Vitamines en mineralen hebben overeenkomsten. Het lichaam heeft beide nodig om alle systemen goed te laten werken. Het belangrijkste verschil tussen vitamines en mineralen is scheikundig. Vitamines komen uit de levende natuur en kunnen in sommige gevallen deels zelf worden aangemaakt. Mineralen  en spoorelementen komen zijn afkomstig uit de aarde en kunnen niet door levende wezens worden gemaakt. Overigens is nog niet van alle mineralen en spoorelementen aangetoond dat ze essentieel zijn. Essentieel houdt in dat het onmisbare stoffen zijn voor de stofwisseling en het lichaam ze niet of onvoldoende zelf aanmaakt waardoor ze via de voeding opgenomen moeten worden. Tot nu toe is bekend dat de volgende mineralen essentieel zijn:

• calcium
• chloride
• fosfor
• kalium
• natrium
• magnesium   

Spoorelementen

Spoorelementen worden vaak onder de noemer van mineralen geschaard. Toch is er een verschil: de hoeveelheid die nodig is. Het lichaam heeft namelijk meer nodig van mineralen dan van spoorelementen. Tot nu toe is bekend dat de volgende spoorelementen essentieel zijn:

• chroom
• jodium
• koper
• mangaan
• molybdeen
• seleen
• ijzer
• zink